Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
werkruimte:gouwbeheerders:competenties [2011/04/28 11:01] dp |
werkruimte:gouwbeheerders:competenties [2016/09/23 18:20] (huidige) |
||
---|---|---|---|
Regel 183: | Regel 183: | ||
* Lost geschillen tussen teamleden op | * Lost geschillen tussen teamleden op | ||
- | ==== kennis delen ==== | + | ===== Extra competenties toegekend aan GB's (zie beheerscommissie 15/11/2011) ===== |
+ | Opgelet! Bij de toelichting van verdieping 1, 2 en 3 werden zaken toegevoegd, die staan schuin, maar ook zaken weggelaten! | ||
- | 1. Helpt anderen en geeft toelichting | + | ==== Kennis delen ==== |
- | Helpt collega’s en klanten verder door de nodige informatie te verschaffen | + | |
- | Legt eigen taken uit aan collega’s | + | |
- | Stelt informatie verbonden met de eigen taken ter beschikking van anderen | + | |
- | Zorgt voor een brede verspreiding van de nodige basisinformatie en het up-to-date houden ervan | + | |
- | 2. Instrueert anderen, brengt hen op een hoger kennisniveau | + | **1. Helpt anderen en geeft toelichting** |
- | Gaat na wat de andere reeds weet en stemt vervolgens de informatie af op de behoefte van de persoon | + | |
- | Investeert tijd om mensen effectief in het eigen expertisedomein in te werken | + | |
- | Hanteert verschillende methoden, zoals uitleg geven, voordoen, zelf laten doen onder zijn/haar begeleiding | + | |
- | Legt het ‘waarom’ uit van bepaalde opties, geeft achtergrondinformatie, tips en aanbevelingen | + | |
- | 3. Stimuleert kennisdeling en voorziet de nodige middelen | + | * Helpt collega’s en klanten verder door de nodige informatie te verschaffen |
- | Neemt concrete acties om de eigen expertise binnen de organisatie te promoten (bv. thema’s op meetings aan bod brengen, met anderen erover praten, enthousiasme tonen over...) | + | * Legt eigen taken uit aan collega’s |
- | Neemt concrete acties om nieuwe methodologie, aanpakken of inzichten binnen de organisatie geaccepteerd te krijgen | + | * Stelt informatie verbonden met de eigen taken ter beschikking van anderen. //Op deze transparante manier (!) zorgen we ervoor dat iemand anders die ermee aan de slag moet, heel duidelijk weet wat hij/zij in handen heeft, wat ermee te doen, hoe aan de slag te gaan// |
- | Neemt acties om de eigen expertise binnen en buiten de eigen organisatie te verspreiden, bijvoorbeeld met het publiceren van artikels, het organiseren van opleidingen, lezingen, … | + | * Zorgt voor een brede verspreiding van de nodige basisinformatie en het up-to-date houden ervan |
+ | //onder collega’s verstaan we: andere gouwbeheerders - klanten zijn voor ons: iedereen die een beroep doet op ons (leiding, dc, gouwmensen,…)// | ||
- | ==== voortgangscontrole ==== | + | |
+ | **2. Instrueert anderen, brengt hen op een hoger kennisniveau //(=> vorming geven!)//** | ||
+ | |||
+ | * Gaat na wat de andere reeds weet en stemt vervolgens de informatie af op de behoefte van de persoon | ||
+ | * Investeert tijd om mensen effectief in het eigen expertisedomein in te werken //(een opvolger/een aGB inwerken, samenlopen met deze mensen)// | ||
+ | * Hanteert verschillende methoden, zoals uitleg geven, voordoen, zelf laten doen onder zijn/haar begeleiding. //(=> creativiteit in vorming)// | ||
+ | * Legt het ‘waarom’ uit van bepaalde opties, geeft achtergrondinformatie, tips en aanbevelingen. //(know-how) Indien het niet geweten is, gaat hij/zij ernaar op zoek.// | ||
+ | |||
+ | **3. Stimuleert kennisdeling en voorziet de nodige middelen ** | ||
+ | |||
+ | * Neemt concrete acties om de eigen expertise binnen de organisatie te promoten (bv. thema’s op meetings aan bod brengen, met anderen erover praten, enthousiasme tonen over...) | ||
+ | * Neemt concrete acties om nieuwe methodologie, aanpakken of inzichten binnen de organisatie geaccepteerd te krijgen | ||
+ | * Neemt acties om de eigen expertise binnen en buiten de eigen organisatie te verspreiden, bijvoorbeeld met het publiceren van artikels //(Over & Weer)//, het organiseren van opleidingen, lezingen, … | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==== Voortgangscontrole ==== | ||
**1. Volgt de voortgang van eigen taken op en stuurt tijdig bij** | **1. Volgt de voortgang van eigen taken op en stuurt tijdig bij** | ||
Regel 259: | Regel 268: | ||
- | ==== conceptueel denken ==== | + | ==== Conceptueel denken ==== |
+ | |||
+ | **1. Plaatst operationele taken en problemen in een ruimere context** | ||
+ | |||
+ | * Heeft aandacht voor en inzicht in de onderlinge afhankelijkheid en samenhang van onmiddellijk aanverwante diensten en hun activiteiten //= Weten wie te bereiken binnen de gouw, DC’s en beheerscommissie. Weten hoe te communiceren en te informeren op de juiste plaats op het juiste moment om iets te kunnen realiseren. Te leren gedurende de eerste maanden.// | ||
+ | * Schat de ‘bredere impacten’ in: bv. consequenties van eigen acties, voorstellen en beslissingen op (de werking van) andere afdelingen. //Aanvoelen hoe beslissingen nationaal of op gouw niveau impact hebben op de andere delen van de structuur. Je eigen positie kunnen overstijgen. Meedenken in een breder kader in functie van de noden van de beweging. Je moet kunnen beginnen zonder oogkleppen.// | ||
+ | * Plaatst zaken in een ruimer tijdsperspectief: onderkent (mogelijke) gevolgen op korte en langere termijn. //Nadenken hoe een beslissing ook in wijzigende omstandigheden kan standhouden. Impact zien van structurele uitgaven.// | ||
+ | * Let op de samenhang en interferentie met andere acties/beslissingen. //Schrappen, is een herhaling// | ||
+ | * Ziet de minder ‘zichtbare’ (evidente) gevolgen en impacten van eigen voorstellen, acties en beslissingen en onderzoekt deze. //Onderbouwen en doordenken op de voorstellen die je maakt. Een nieuw verzekeringsvoorstel goed kunnen inschatten en afwegen met bv objectief cijfermateriaal. Aanleg hiervoor hebben, laten zien dat je in een vorige functie hier wel mee om kan.// | ||
+ | |||
+ | **2. Betrekt bredere (externe, maatschappelijke, …) factoren bij zijn aanpak en kan daaruit conclusies trekken voor de werking** | ||
+ | |||
+ | * Kent en begrijpt de relevante externe factoren die een impact kunnen hebben op de eigen organisatie. //Opvolgen van spelers die impact hebben op de eigen werking zoals provincie, stad, … regelgeving, maatschappelijke trends bij ouders// | ||
+ | * Heeft aandacht voor de ruimere omgevingscontext: volgt deze, analyseert trends, merkt evoluties op | ||
+ | * Heeft voeling met wat er in de toekomst gevraagd kan worden. //Gevoelig zijn voor bv financiële draagkracht van de leden/ouders// | ||
+ | * Vertaalt de impact van relevante trends en signalen naar wat dit betekent voor de organisatie | ||
+ | * Plaatst adviezen, beslissingen en initiatieven in de bredere organisatiecontext of beleidscontext | ||
+ | * Ontwikkelt een persoonlijk standpunt rond mogelijke toekomstige evoluties. //Een GB kan hier in groeien// | ||
+ | * Ontwikkelt ideeën over hoe de onderneming haar toekomstige voordelen kan ontwikkelen, gegeven de ruimere context waarin zij opereert | ||
+ | |||
+ | //De vergadering beheerscommissie moet op dit niveau kunnen vergaderen. Discussies moeten gestructureerd en met een bepaald niveau van abstractie kunnen gevoerd worden.// | ||
+ | |||
+ | **3. Ontwikkelt, vanuit de interne en externe context, een persoonlijke visie met betrekking op de toekomst van de organisatie** | ||
- | 1. Plaatst operationele taken en problemen in een ruimere context | + | * Anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen en de toekomst, evenals op de manier om de eigen organisatie hierop voor te bereiden |
- | Heeft aandacht voor en inzicht in de onderlinge afhankelijkheid en samenhang van onmiddellijk aanverwante diensten en hun activiteiten | + | * Ontwikkelt een persoonlijk standpunt rond toekomstige evoluties |
- | Schat de ‘bredere impacten’ in: bv. consequenties van eigen acties, voorstellen en beslissingen op (de werking van) andere afdelingen | + | * Ontwikkelt een eigen ‘gedroomd toekomstbeeld’ over de plaats van de organisatie daarin |
- | Plaatst zaken in een ruimer tijdsperspectief: onderkent (mogelijke) gevolgen op korte en langere termijn | + | * Formuleert een persoonlijke kijk op hoe de onderneming in de toekomst hier een antwoord kan op bieden (wat worden de prioriteiten en waarom) |
- | Let op de samenhang en interferentie met andere acties/beslissingen | + | * Komt met plannen en ideeën met een looptijd van enkele jaren en met als doel het toekomstbeeld te realiseren |
- | Ziet de minder ‘zichtbare’ (evidente) gevolgen en impacten van eigen voorstellen, acties en beslissingen en onderzoekt deze | + | * Bepaalt waar de prioriteiten voor de toekomst liggen op de diverse terreinen en welke de ‘hefbomen’ zullen zijn |
+ | * Brengt een eigen beeld naar voren dat gebaseerd is op een duidelijke visie op de missie en de doelstellingen van de organisatie | ||
- | 2. Betrekt bredere (externe, maatschappelijke, …) factoren bij zijn aanpak en kan daaruit conclusies trekken voor de werking | ||
- | Kent en begrijpt de relevante externe factoren die een impact kunnen hebben op de eigen organisatie | ||
- | Heeft aandacht voor de ruimere omgevingscontext: volgt deze, analyseert trends, merkt evoluties op | ||
- | Heeft voeling met wat er in de toekomst gevraagd kan worden | ||
- | Vertaalt de impact van relevante trends en signalen naar wat dit betekent voor de organisatie | ||
- | Plaatst adviezen, beslissingen en initiatieven in de bredere organisatiecontext of beleidscontext | ||
- | Ontwikkelt een persoonlijk standpunt rond mogelijke toekomstige evoluties | ||
- | Ontwikkelt ideeën over hoe de onderneming haar toekomstige voordelen kan ontwikkelen, gegeven de ruimere context waarin zij opereert | ||
- | 3. Ontwikkelt, vanuit de interne en externe context, een persoonlijke visie met betrekking op de toekomst van de organisatie | + | //We verwachten dit niet. Afhankelijk van extra taken die je opneemt (projectwerkgroepen) kan hier in groeien. Je kan ook in bepaalde ‘beheers’ dossiers die ook deze kansen geven. Vormingen zoals ‘Lerende organisatie, innovatief denken,…’ kunnen hiervoor impulsen geven. Eventueel netwerken met andere instanties helpen hier, zowel binnen Scouting internationaal als binnen Vlaanderen haar organisaties. Initiatieven op dit vlak worden wel verwelkomd.// |
- | Anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen en de toekomst, evenals op de manier om de eigen organisatie hierop voor te bereiden | + | |
- | Ontwikkelt een persoonlijk standpunt rond toekomstige evoluties | + | |
- | Ontwikkelt een eigen ‘gedroomd toekomstbeeld’ over de plaats van de organisatie daarin | + | |
- | Formuleert een persoonlijke kijk op hoe de onderneming in de toekomst hier een antwoord kan op bieden (wat worden de prioriteiten en waarom) | + | |
- | Komt met plannen en ideeën met een looptijd van enkele jaren en met als doel het toekomstbeeld te realiseren | + | |
- | Bepaalt waar de prioriteiten voor de toekomst liggen op de diverse terreinen en welke de ‘hefbomen’ zullen zijn | + | |
- | Brengt een eigen beeld naar voren dat gebaseerd is op een duidelijke visie op de missie en de doelstellingen van de organisatie | + | |