Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
werkruimte:gouwbeheerders:competenties [2011/04/28 10:50] dp |
werkruimte:gouwbeheerders:competenties [2016/09/23 18:20] (huidige) |
||
---|---|---|---|
Regel 56: | Regel 56: | ||
* Vraagt spontaan feedback over de eigen prestaties en resultaten | * Vraagt spontaan feedback over de eigen prestaties en resultaten | ||
- | ==== resultaatgerichtheid ==== | + | ==== Resultaatgerichtheid ==== |
+ | |||
+ | **1. Werkt gericht en actief aan het bereiken van de vastgestelde doelen** | ||
- | 1. Werkt gericht en actief aan het bereiken van de vastgestelde doelen | ||
* Kent de verwachtte resultaten en objectieven en werkt in functie daarvan | * Kent de verwachtte resultaten en objectieven en werkt in functie daarvan | ||
* Draagt bij aan de doelstellingen van de organisatie door de verwezenlijking van concrete producten of projecten | * Draagt bij aan de doelstellingen van de organisatie door de verwezenlijking van concrete producten of projecten | ||
Regel 68: | Regel 69: | ||
* Signaleert tijdig wanneer bijsturing nodig is | * Signaleert tijdig wanneer bijsturing nodig is | ||
- | 2. Formuleert uitdagende (maar haalbare) doelstellingen en zet zich ten volle in om die te bereiken | + | **2. Formuleert uitdagende (maar haalbare) doelstellingen en zet zich ten volle in om die te bereiken** |
* Legt de lat hoog, formuleert uitdagende (maar haalbare) doelstellingen | * Legt de lat hoog, formuleert uitdagende (maar haalbare) doelstellingen | ||
* Gaat actief op zoek naar de best mogelijke manier om die doelen te bereiken, weegt opties tegen elkaar af | * Gaat actief op zoek naar de best mogelijke manier om die doelen te bereiken, weegt opties tegen elkaar af | ||
Regel 77: | Regel 79: | ||
* Geeft niet op, zoekt actief naar alternatieven als hij met hindernissen en tegenslagen te maken krijgt | * Geeft niet op, zoekt actief naar alternatieven als hij met hindernissen en tegenslagen te maken krijgt | ||
- | 3. Draagt bij aan de ontwikkeling van een samenhangend geheel van strategische en operationele doelstellingen van de organisatie | + | **3. Draagt bij aan de ontwikkeling van een samenhangend geheel van strategische en operationele doelstellingen van de organisatie** |
* Stemt meerdere doelstellingen op elkaar af tot een coherent geheel | * Stemt meerdere doelstellingen op elkaar af tot een coherent geheel | ||
* Stelt prioriteiten en stelt ze bij in wijzigende omstandigheden | * Stelt prioriteiten en stelt ze bij in wijzigende omstandigheden | ||
* Introduceert specifieke veranderingen in processen om de resultaten en de performantie te verbeteren | * Introduceert specifieke veranderingen in processen om de resultaten en de performantie te verbeteren | ||
- | ==== betrokkenheid bij de beweging ==== | + | ==== Betrokkenheid bij de beweging ==== |
+ | |||
+ | **1. Kent de waarden en doelen van de organisatie, respecteert ze, toont zich loyaal** | ||
- | 1. Kent de waarden en doelen van de organisatie, respecteert ze, toont zich loyaal | ||
* Kent en respecteert de missie, waarden en doelstellingen van de organisatie | * Kent en respecteert de missie, waarden en doelstellingen van de organisatie | ||
* Toont belangstelling voor de organisatie of entiteit (vb informeert zich regelmatig) | * Toont belangstelling voor de organisatie of entiteit (vb informeert zich regelmatig) | ||
Regel 91: | Regel 95: | ||
* Respecteert de binnen de organisatie of entiteit bestaande afspraken en procedures | * Respecteert de binnen de organisatie of entiteit bestaande afspraken en procedures | ||
- | 2. Werkt actief mee, levert inspanningen om de waarden en doelen van de organisatie te realiseren | + | **2. Werkt actief mee, levert inspanningen om de waarden en doelen van de organisatie te realiseren** |
* Zet zich ten volle in en voelt zich persoonlijk aangesproken om de doelstellingen van de organisatie mee te realiseren | * Zet zich ten volle in en voelt zich persoonlijk aangesproken om de doelstellingen van de organisatie mee te realiseren | ||
* Verdedigt de standpunten van het management bij de eigen medewerkers | * Verdedigt de standpunten van het management bij de eigen medewerkers | ||
Regel 100: | Regel 105: | ||
* Respecteert in de eigen adviezen en beslissingen het ruimere beleidskader (doelen, waarden, cultuur, …) | * Respecteert in de eigen adviezen en beslissingen het ruimere beleidskader (doelen, waarden, cultuur, …) | ||
- | 3. Kan de organisatie correct vertegenwoordigen, toont zich loyaal in contacten met de buitenwereld | + | **3. Kan de organisatie correct vertegenwoordigen, toont zich loyaal in contacten met de buitenwereld** |
* Vertegenwoordigt de organisatie op een professionele manier tegenover klanten, leveranciers en andere belanghebbende externe partijen | * Vertegenwoordigt de organisatie op een professionele manier tegenover klanten, leveranciers en andere belanghebbende externe partijen | ||
* Durft harde standpunten innemen die de gehele organisatie ten goede komt, zelfs als die minder populair zijn binnen de eigen entiteit | * Durft harde standpunten innemen die de gehele organisatie ten goede komt, zelfs als die minder populair zijn binnen de eigen entiteit | ||
Regel 107: | Regel 113: | ||
* Verdedigt de belangen van de onderneming in gesprekken met buitenstaanders | * Verdedigt de belangen van de onderneming in gesprekken met buitenstaanders | ||
- | ==== dienstbaarheid ==== | + | ==== Dienstbaarheid ==== |
+ | |||
+ | **1. Reageert vriendelijk, adequaat en correct op voor de hand liggende vragen van klanten** | ||
- | 1. Reageert vriendelijk, adequaat en correct op voor de hand liggende vragen van klanten | ||
* Helpt klanten op een vriendelijke en adequate wijze voort | * Helpt klanten op een vriendelijke en adequate wijze voort | ||
* Blijft beleefd bij klachten | * Blijft beleefd bij klachten | ||
Regel 117: | Regel 124: | ||
* Reageert snel en gepast op vragen van klanten | * Reageert snel en gepast op vragen van klanten | ||
- | 2. Onderneemt acties om voor de klant de meest geschikte oplossing te bieden bij vragen en problemen die minder voor de hand liggen | + | **2. Onderneemt acties om voor de klant de meest geschikte oplossing te bieden bij vragen en problemen die minder voor de hand liggen** |
* Biedt een zo optimaal mogelijke oplossing voor de klant | * Biedt een zo optimaal mogelijke oplossing voor de klant | ||
* Werkt samen met de klant om een goede oplossing te vinden | * Werkt samen met de klant om een goede oplossing te vinden | ||
Regel 124: | Regel 132: | ||
* Levert, rekening houden met bestaande procedures, sneller of meer dan afgesproken is aan de klant | * Levert, rekening houden met bestaande procedures, sneller of meer dan afgesproken is aan de klant | ||
- | 3. Onderneemt structurele acties om de dienstverlening van de organisatie te optimaliseren | + | **3. Onderneemt structurele acties om de dienstverlening van de organisatie te optimaliseren** |
* Legt voor de eigen entiteit meetbare doelstellingen vast op het vlak van klantgerichtheid en klantentevredenheid | * Legt voor de eigen entiteit meetbare doelstellingen vast op het vlak van klantgerichtheid en klantentevredenheid | ||
* Past de dienstverlening aan om beter aan toekomstige behoefen en verwachtingen van klanten te beantwoorden | * Past de dienstverlening aan om beter aan toekomstige behoefen en verwachtingen van klanten te beantwoorden | ||
Regel 130: | Regel 139: | ||
* Stimuleert anderen om de klantgerichtheid van hun aanpak voortdurend in vraag te stellen en te verbeteren | * Stimuleert anderen om de klantgerichtheid van hun aanpak voortdurend in vraag te stellen en te verbeteren | ||
- | Wie zijn klanten ? In het algemeen is de beweging onze grootste klant (leden en hun ouders, leiding en de vrijwilige structuur). Voor mensen van Hopper Winkel en Hopper Jeugdverblijven is dit iedereen die een winkel of jeugdverblijf bezoekt. Voor mensen op het nationaal secretariaat zijn leiding en leden de klanten. Maar sommige afdelingen werken ook voor andere diensten in huis, zij hebben dan ‘interne’ klanten. | + | === Wie zijn klanten ? === |
+ | |||
+ | In het algemeen is de beweging onze grootste klant (leden en hun ouders, leiding en de vrijwilige structuur). Voor mensen van Hopper Winkel en Hopper Jeugdverblijven is dit iedereen die een winkel of jeugdverblijf bezoekt. Voor mensen op het nationaal secretariaat zijn leiding en leden de klanten. Maar sommige afdelingen werken ook voor andere diensten in huis, zij hebben dan ‘interne’ klanten. | ||
- | ==== samenwerken ==== | + | ==== Samenwerken ==== |
- | 1. Neemt actief en constructief deel als teamlid | + | **1. Neemt actief en constructief deel als teamlid** |
- | Ondersteunt teamdoelstellingen en –beslissingen | + | |
- | Participeert actief en constructief in teamopdrachten, doet loyaal zijn deel van het werk | + | |
- | Ontwikkelt goede en effectieve werkrelaties met andere teamleden | + | |
- | Is collegiaal, vriendschappelijk en begrijpend in de contacten met anderen | + | |
- | Staat open voor ideeën die de teamresultaten kunnen verbeteren | + | |
- | Integreert ideeën van anderen in de eigen voorstellen | + | |
- | Laat zich in constructieve zin uit over andere teamleden | + | |
- | Is bereid van anderen te leren | + | |
- | Gedraagt zich respectvol en tolerant ten opzichte van anderen | + | |
- | 2. Initieert acties om als groep beter samen te werken | + | * Ondersteunt teamdoelstellingen en –beslissingen |
- | Deelt spontaan alle nuttige informatie mee aan het team, stelt documentatie en dossiers ter beschikking voor anderen | + | * Participeert actief en constructief in teamopdrachten, doet loyaal zijn deel van het werk |
- | Vraagt anderen om hun inbreng, vraagt naar ideeën en standpunten van anderen | + | * Ontwikkelt goede en effectieve werkrelaties met andere teamleden |
- | Houdt rekening met de anderen, hun wensen, ideeën en standpunten | + | * Is collegiaal, vriendschappelijk en begrijpend in de contacten met anderen |
- | Is kritisch op een constructieve manier | + | * Staat open voor ideeën die de teamresultaten kunnen verbeteren |
- | Is bereid om anderen te helpen bij de uitvoering van hun taken | + | * Integreert ideeën van anderen in de eigen voorstellen |
- | Komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren | + | * Laat zich in constructieve zin uit over andere teamleden |
- | Neemt deel en draagt bij aan het beslissingsproces in team | + | * Is bereid van anderen te leren |
- | Is (spontaan) bereid om meer dan zijn/haar deel van het werk te doen, springt in voor collega’s | + | * Gedraagt zich respectvol en tolerant ten opzichte van anderen |
- | Deelt informatie, kennis en eigen expertise met anderen om hen in staat te stellen de groepsdoelen te bereiken (vb. door bepaalde thema’s toe te lichten op meetings, door informatie beter toegankelijk te maken,...) | + | |
- | Toont waardering voor de ideeën en bijdragen van anderen | + | |
- | 3. Bevordert de werking van het hele team, zowel op resultaatsvlak als wat teamgeest betreft | + | **2. Initieert acties om als groep beter samen te werken** |
- | Creëert en promoot een sfeer van samenwerking, teamcohesie, team engagement en consensus bij beslissingen | + | |
- | (H)erkent verschillen tussen individuele teamleden en bouwt verder op hun specifieke competenties | + | |
- | Schrijft goede resultaten openlijk aan het team toe en brengt deze onder de aandacht | + | |
- | Introduceert of implementeert initiatieven om de groepssfeer te bewaken of te verbeteren | + | |
- | Moedigt collega's in het team aan om mee te werken aan voorstellen en verbeteringen | + | |
- | Moedigt collega’s aan om onenigheden onderling uit te praten | + | |
- | Zorgt ervoor dat ieder groepslid een inbreng kan leveren | + | |
- | Zoekt naar mogelijkheden om verschillende standpunten te verzoenen | + | |
- | Respecteert de gevoelens, de waarden en de gezichtspunten van anderen | + | |
- | Lost geschillen tussen teamleden op | + | |
- | ==== kennis delen ==== | + | * Deelt spontaan alle nuttige informatie mee aan het team, stelt documentatie en dossiers ter beschikking voor anderen |
+ | * Vraagt anderen om hun inbreng, vraagt naar ideeën en standpunten van anderen | ||
+ | * Houdt rekening met de anderen, hun wensen, ideeën en standpunten | ||
+ | * Is kritisch op een constructieve manier | ||
+ | * Is bereid om anderen te helpen bij de uitvoering van hun taken | ||
+ | * Komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren | ||
+ | * Neemt deel en draagt bij aan het beslissingsproces in team | ||
+ | * Is (spontaan) bereid om meer dan zijn/haar deel van het werk te doen, springt in voor collega’s | ||
+ | * Deelt informatie, kennis en eigen expertise met anderen om hen in staat te stellen de groepsdoelen te bereiken (vb. door bepaalde thema’s toe te lichten op meetings, door informatie beter toegankelijk te maken,...) | ||
+ | * Toont waardering voor de ideeën en bijdragen van anderen | ||
- | 1. Helpt anderen en geeft toelichting | + | **3. Bevordert de werking van het hele team, zowel op resultaatsvlak als wat teamgeest betreft** |
- | Helpt collega’s en klanten verder door de nodige informatie te verschaffen | + | |
- | Legt eigen taken uit aan collega’s | + | |
- | Stelt informatie verbonden met de eigen taken ter beschikking van anderen | + | |
- | Zorgt voor een brede verspreiding van de nodige basisinformatie en het up-to-date houden ervan | + | |
- | 2. Instrueert anderen, brengt hen op een hoger kennisniveau | + | * Creëert en promoot een sfeer van samenwerking, teamcohesie, team engagement en consensus bij beslissingen |
- | Gaat na wat de andere reeds weet en stemt vervolgens de informatie af op de behoefte van de persoon | + | * (H)erkent verschillen tussen individuele teamleden en bouwt verder op hun specifieke competenties |
- | Investeert tijd om mensen effectief in het eigen expertisedomein in te werken | + | * Schrijft goede resultaten openlijk aan het team toe en brengt deze onder de aandacht |
- | Hanteert verschillende methoden, zoals uitleg geven, voordoen, zelf laten doen onder zijn/haar begeleiding | + | * Introduceert of implementeert initiatieven om de groepssfeer te bewaken of te verbeteren |
- | Legt het ‘waarom’ uit van bepaalde opties, geeft achtergrondinformatie, tips en aanbevelingen | + | * Moedigt collega's in het team aan om mee te werken aan voorstellen en verbeteringen |
+ | * Moedigt collega’s aan om onenigheden onderling uit te praten | ||
+ | * Zorgt ervoor dat ieder groepslid een inbreng kan leveren | ||
+ | * Zoekt naar mogelijkheden om verschillende standpunten te verzoenen | ||
+ | * Respecteert de gevoelens, de waarden en de gezichtspunten van anderen | ||
+ | * Lost geschillen tussen teamleden op | ||
- | 3. Stimuleert kennisdeling en voorziet de nodige middelen | + | ===== Extra competenties toegekend aan GB's (zie beheerscommissie 15/11/2011) ===== |
- | Neemt concrete acties om de eigen expertise binnen de organisatie te promoten (bv. thema’s op meetings aan bod brengen, met anderen erover praten, enthousiasme tonen over...) | + | Opgelet! Bij de toelichting van verdieping 1, 2 en 3 werden zaken toegevoegd, die staan schuin, maar ook zaken weggelaten! |
- | Neemt concrete acties om nieuwe methodologie, aanpakken of inzichten binnen de organisatie geaccepteerd te krijgen | + | |
- | Neemt acties om de eigen expertise binnen en buiten de eigen organisatie te verspreiden, bijvoorbeeld met het publiceren van artikels, het organiseren van opleidingen, lezingen, … | + | |
+ | ==== Kennis delen ==== | ||
- | ==== voortgangscontrole ==== | + | **1. Helpt anderen en geeft toelichting** |
- | 1. Volgt de voortgang van eigen taken op en stuurt tijdig bij | + | * Helpt collega’s en klanten verder door de nodige informatie te verschaffen |
- | Controleert op regelmatige basis de voortgang en de resultaten (hoeveelheid, kwaliteit, kosten…) van zijn werk | + | * Legt eigen taken uit aan collega’s |
- | Rapporteert spontaan over de voortgang van zijn werk aan de betrokkenen | + | * Stelt informatie verbonden met de eigen taken ter beschikking van anderen. //Op deze transparante manier (!) zorgen we ervoor dat iemand anders die ermee aan de slag moet, heel duidelijk weet wat hij/zij in handen heeft, wat ermee te doen, hoe aan de slag te gaan// |
- | Heeft oog voor signalen en situaties die aanleiding kunnen geven tot het bijsturen van deadlines, werkwijze, enz. | + | * Zorgt voor een brede verspreiding van de nodige basisinformatie en het up-to-date houden ervan |
- | Reageert snel als iets mis dreigt te gaan en stuurt onmiddellijk bij | + | |
- | Bevraagt op regelmatige basis de stand van zaken van andere betrokkenen in functie van de voortgang van het eigen takenpakket | + | |
- | 2. Volgt regelmatig de voortgang van activiteiten van één of meerdere personen op en stuurt bij indien nodig | + | //onder collega’s verstaan we: andere gouwbeheerders - klanten zijn voor ons: iedereen die een beroep doet op ons (leiding, dc, gouwmensen,…)// |
- | Controleert op regelmatige basis de voortgang en resultaten van een werkproces | + | |
- | Reageert tijdig en adequaat op obstakels, wijzigingen of achterstand bij de uitvoering | + | |
- | Maakt gebruik van de beschikbare systemen voor opvolging | + | |
- | Toont zich nauwgezet in het opvolgen van de etappes van een project | + | |
- | Bouwt op regelmatige basis vaste controlemomenten en -punten in | + | |
- | Evalueert op regelmatige basis de kwaliteit van het gepresteerde werk ten aanzien van de gemaakte afspraken | + | |
- | Zorgt voor vaste momenten, communicatiekanalen en afspraken met betrekking tot rapportering | + | |
- | Waarschuwt tijdig en/of grijpt in, wanneer activiteiten anders verlopen dan voorzien (kwaliteit, kosten, hoeveelheid, timing,…) | + | |
- | Verifieert of de procedures worden gevolgd | + | |
- | 3. Ontwikkelt en voert systemen en procedures voor opvolging in | + | |
- | Installeert systemen om informatie te verkrijgen over de genomen acties | + | **2. Instrueert anderen, brengt hen op een hoger kennisniveau //(=> vorming geven!)//** |
- | Definieert processen om anderen op te volgen op hun voortgang ten aanzien van langere termijn resultaten | + | |
- | Definieert duidelijke criteria (kwaliteit, timing, hoeveelheid, kosten,…) ten aanzien waarvan de voortgang van het proces zal beoordeeld worden | + | * Gaat na wat de andere reeds weet en stemt vervolgens de informatie af op de behoefte van de persoon |
+ | * Investeert tijd om mensen effectief in het eigen expertisedomein in te werken //(een opvolger/een aGB inwerken, samenlopen met deze mensen)// | ||
+ | * Hanteert verschillende methoden, zoals uitleg geven, voordoen, zelf laten doen onder zijn/haar begeleiding. //(=> creativiteit in vorming)// | ||
+ | * Legt het ‘waarom’ uit van bepaalde opties, geeft achtergrondinformatie, tips en aanbevelingen. //(know-how) Indien het niet geweten is, gaat hij/zij ernaar op zoek.// | ||
+ | |||
+ | **3. Stimuleert kennisdeling en voorziet de nodige middelen ** | ||
+ | |||
+ | * Neemt concrete acties om de eigen expertise binnen de organisatie te promoten (bv. thema’s op meetings aan bod brengen, met anderen erover praten, enthousiasme tonen over...) | ||
+ | * Neemt concrete acties om nieuwe methodologie, aanpakken of inzichten binnen de organisatie geaccepteerd te krijgen | ||
+ | * Neemt acties om de eigen expertise binnen en buiten de eigen organisatie te verspreiden, bijvoorbeeld met het publiceren van artikels //(Over & Weer)//, het organiseren van opleidingen, lezingen, … | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==== Voortgangscontrole ==== | ||
+ | |||
+ | **1. Volgt de voortgang van eigen taken op en stuurt tijdig bij** | ||
+ | |||
+ | * Begroting opvolgen en bijsturen indien nodig. Zowel bij overschotten als bij tekorten. | ||
+ | * Afrekeningen kamp, gouw, … tijdig doorsturen | ||
+ | * Deadlines bijhouden (vb van verbond, provincie, …) | ||
+ | * Doelstelling in begin jaar opstellen, midden jaar evalueren en eind jaar bekijken of ze behaald zijn. | ||
+ | * Einde termijn goede overgang doen naar opvolger | ||
+ | * Dingen overnemen van voorganger, op termijn eigen ding van maken. | ||
+ | * Zelf het geld op activiteiten beheren, zelf de kas doen. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **2. Volgt regelmatig de voortgang van activiteiten van één of meerdere personen op en stuurt bij indien nodig** | ||
+ | |||
+ | * Vb: stavaza lokalenvisum, eigen lijstje bijhouden wat heb ik, wat heb ik nog niet (in mapje op computer of Excel | ||
+ | * Systemen voor opvolging: electronisch kasboek | ||
+ | * Vaste controlemomenten: eind juni/juli/augustus wanneer een dc-ploeg stopt al vragen naar afrekeningen of subsidiemateriaal | ||
+ | * Bij werkgroepen detailbegroting opvragen die past in algemene begroting | ||
+ | * Afspraak binnen de ploeg: afrekeningen/onkosten binnen de maand inleveren | ||
+ | * Bij groepen waar het dreigt mis te lopen, dc’s aansporen op te volgen. Regelmatig herhalen en polsen. | ||
+ | * Open Kamp: financiële afspraken maken met verantwoordelijke | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **3. Ontwikkelt en voert systemen en procedures voor opvolging in** | ||
+ | |||
+ | * Vb: lokalenvisum: zelf lijstje maken en aanvinken | ||
+ | * Eigen begroting opstellen, waaraan zal activiteit financieel beoordeeld worden? | ||
+ | * Tijdig betrokken aanmailen | ||
+ | * Aanmaningen sturen (vb: mailen of bellen na 3e aanmaning) | ||
+ | * Projecten beleidsnota opvolgen | ||
+ | * Kassa van een activiteit uitbesteden en nodige afspraken maken. | ||
==== Zorgvuldigheid ==== | ==== Zorgvuldigheid ==== | ||
Regel 237: | Regel 268: | ||
- | ==== conceptueel denken ==== | + | ==== Conceptueel denken ==== |
+ | |||
+ | **1. Plaatst operationele taken en problemen in een ruimere context** | ||
+ | |||
+ | * Heeft aandacht voor en inzicht in de onderlinge afhankelijkheid en samenhang van onmiddellijk aanverwante diensten en hun activiteiten //= Weten wie te bereiken binnen de gouw, DC’s en beheerscommissie. Weten hoe te communiceren en te informeren op de juiste plaats op het juiste moment om iets te kunnen realiseren. Te leren gedurende de eerste maanden.// | ||
+ | * Schat de ‘bredere impacten’ in: bv. consequenties van eigen acties, voorstellen en beslissingen op (de werking van) andere afdelingen. //Aanvoelen hoe beslissingen nationaal of op gouw niveau impact hebben op de andere delen van de structuur. Je eigen positie kunnen overstijgen. Meedenken in een breder kader in functie van de noden van de beweging. Je moet kunnen beginnen zonder oogkleppen.// | ||
+ | * Plaatst zaken in een ruimer tijdsperspectief: onderkent (mogelijke) gevolgen op korte en langere termijn. //Nadenken hoe een beslissing ook in wijzigende omstandigheden kan standhouden. Impact zien van structurele uitgaven.// | ||
+ | * Let op de samenhang en interferentie met andere acties/beslissingen. //Schrappen, is een herhaling// | ||
+ | * Ziet de minder ‘zichtbare’ (evidente) gevolgen en impacten van eigen voorstellen, acties en beslissingen en onderzoekt deze. //Onderbouwen en doordenken op de voorstellen die je maakt. Een nieuw verzekeringsvoorstel goed kunnen inschatten en afwegen met bv objectief cijfermateriaal. Aanleg hiervoor hebben, laten zien dat je in een vorige functie hier wel mee om kan.// | ||
+ | |||
+ | **2. Betrekt bredere (externe, maatschappelijke, …) factoren bij zijn aanpak en kan daaruit conclusies trekken voor de werking** | ||
+ | |||
+ | * Kent en begrijpt de relevante externe factoren die een impact kunnen hebben op de eigen organisatie. //Opvolgen van spelers die impact hebben op de eigen werking zoals provincie, stad, … regelgeving, maatschappelijke trends bij ouders// | ||
+ | * Heeft aandacht voor de ruimere omgevingscontext: volgt deze, analyseert trends, merkt evoluties op | ||
+ | * Heeft voeling met wat er in de toekomst gevraagd kan worden. //Gevoelig zijn voor bv financiële draagkracht van de leden/ouders// | ||
+ | * Vertaalt de impact van relevante trends en signalen naar wat dit betekent voor de organisatie | ||
+ | * Plaatst adviezen, beslissingen en initiatieven in de bredere organisatiecontext of beleidscontext | ||
+ | * Ontwikkelt een persoonlijk standpunt rond mogelijke toekomstige evoluties. //Een GB kan hier in groeien// | ||
+ | * Ontwikkelt ideeën over hoe de onderneming haar toekomstige voordelen kan ontwikkelen, gegeven de ruimere context waarin zij opereert | ||
+ | |||
+ | //De vergadering beheerscommissie moet op dit niveau kunnen vergaderen. Discussies moeten gestructureerd en met een bepaald niveau van abstractie kunnen gevoerd worden.// | ||
+ | |||
+ | **3. Ontwikkelt, vanuit de interne en externe context, een persoonlijke visie met betrekking op de toekomst van de organisatie** | ||
- | 1. Plaatst operationele taken en problemen in een ruimere context | + | * Anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen en de toekomst, evenals op de manier om de eigen organisatie hierop voor te bereiden |
- | Heeft aandacht voor en inzicht in de onderlinge afhankelijkheid en samenhang van onmiddellijk aanverwante diensten en hun activiteiten | + | * Ontwikkelt een persoonlijk standpunt rond toekomstige evoluties |
- | Schat de ‘bredere impacten’ in: bv. consequenties van eigen acties, voorstellen en beslissingen op (de werking van) andere afdelingen | + | * Ontwikkelt een eigen ‘gedroomd toekomstbeeld’ over de plaats van de organisatie daarin |
- | Plaatst zaken in een ruimer tijdsperspectief: onderkent (mogelijke) gevolgen op korte en langere termijn | + | * Formuleert een persoonlijke kijk op hoe de onderneming in de toekomst hier een antwoord kan op bieden (wat worden de prioriteiten en waarom) |
- | Let op de samenhang en interferentie met andere acties/beslissingen | + | * Komt met plannen en ideeën met een looptijd van enkele jaren en met als doel het toekomstbeeld te realiseren |
- | Ziet de minder ‘zichtbare’ (evidente) gevolgen en impacten van eigen voorstellen, acties en beslissingen en onderzoekt deze | + | * Bepaalt waar de prioriteiten voor de toekomst liggen op de diverse terreinen en welke de ‘hefbomen’ zullen zijn |
+ | * Brengt een eigen beeld naar voren dat gebaseerd is op een duidelijke visie op de missie en de doelstellingen van de organisatie | ||
- | 2. Betrekt bredere (externe, maatschappelijke, …) factoren bij zijn aanpak en kan daaruit conclusies trekken voor de werking | ||
- | Kent en begrijpt de relevante externe factoren die een impact kunnen hebben op de eigen organisatie | ||
- | Heeft aandacht voor de ruimere omgevingscontext: volgt deze, analyseert trends, merkt evoluties op | ||
- | Heeft voeling met wat er in de toekomst gevraagd kan worden | ||
- | Vertaalt de impact van relevante trends en signalen naar wat dit betekent voor de organisatie | ||
- | Plaatst adviezen, beslissingen en initiatieven in de bredere organisatiecontext of beleidscontext | ||
- | Ontwikkelt een persoonlijk standpunt rond mogelijke toekomstige evoluties | ||
- | Ontwikkelt ideeën over hoe de onderneming haar toekomstige voordelen kan ontwikkelen, gegeven de ruimere context waarin zij opereert | ||
- | 3. Ontwikkelt, vanuit de interne en externe context, een persoonlijke visie met betrekking op de toekomst van de organisatie | + | //We verwachten dit niet. Afhankelijk van extra taken die je opneemt (projectwerkgroepen) kan hier in groeien. Je kan ook in bepaalde ‘beheers’ dossiers die ook deze kansen geven. Vormingen zoals ‘Lerende organisatie, innovatief denken,…’ kunnen hiervoor impulsen geven. Eventueel netwerken met andere instanties helpen hier, zowel binnen Scouting internationaal als binnen Vlaanderen haar organisaties. Initiatieven op dit vlak worden wel verwelkomd.// |
- | Anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen en de toekomst, evenals op de manier om de eigen organisatie hierop voor te bereiden | + | |
- | Ontwikkelt een persoonlijk standpunt rond toekomstige evoluties | + | |
- | Ontwikkelt een eigen ‘gedroomd toekomstbeeld’ over de plaats van de organisatie daarin | + | |
- | Formuleert een persoonlijke kijk op hoe de onderneming in de toekomst hier een antwoord kan op bieden (wat worden de prioriteiten en waarom) | + | |
- | Komt met plannen en ideeën met een looptijd van enkele jaren en met als doel het toekomstbeeld te realiseren | + | |
- | Bepaalt waar de prioriteiten voor de toekomst liggen op de diverse terreinen en welke de ‘hefbomen’ zullen zijn | + | |
- | Brengt een eigen beeld naar voren dat gebaseerd is op een duidelijke visie op de missie en de doelstellingen van de organisatie | + | |